Beschrijving
Gewone agrimonie (Agrimonia eupatoria) is een overblijvende soort waarbij het wel of niet algemeen voorkomen van de soort uit de literatuur niet eenduidig blijkt. Naar onze mening komt deze prachtige plant in ieder geval te weinig voor en als men gewone agrimonie aantreft is dat bijna altijd op kalkhoudende zandgronden, zoals in kalkrijke duinen onder Bergen of in het fluviatiele gebied.
De bladeren van de plant bestaan uit zeer fraaie samengestelde bladeren met kleine blaadjes tussen de grotere. Een dergelijke vorm van blad heet afgebroken geveerd. De bloemen staan in lange trossen aan hoge stengels (50 – 120 hoog). De plant bezit tevens medicinale componenten welke worden toegepast bij lever- en spijsverteringsklachten. Gewone agrimonie bloeit van juni tot en met september.
De zaden zijn zeer grof en kiemen door de harde zaadschil vaak moeilijk. De zaden zijn bovendien relatief slecht houdbaar en verkeren na oogst in een kiemrust die door koude kan worden doorbroken. Zaadmengsels waarin dit soort is verwerkt dienen altijd met de hand te worden gezaaid, omdat de grove zaden in combinatie met fijne zaden ontmengen in een zaaimachine.
De planten worden relatief slecht door insecten bezocht en vermeerderen zichzelf vooral via zelfbestuiving, doordat de meeldraden zich binnenwaarts buigen.