Beschrijving
De verschillende inheemse bloemen en grassen in Glanshaverhooiland beslaan een natuurlijk verspreidingspatroon van de pleistocene zandgronden tot en met de zeekleigebieden. De soorten zijn geselecteerd op basis van de glanshaver-associatie, waardoor de uiteindelijke vegetatie een natuurlijk uitstraling zal vormen. Alle soorten in dit mengsel zijn inheems en de meeste soorten zijn overblijvend.
Glanshaverhooilanden zijn vegetaties van vochtige tot vrij droge, matig voedselrijke en vaak kalkhoudende omstandigheden. De samenstelling is afhankelijk van onder andere bodemtype, vochtigheid (en eventuele overstromingsduur) en kalkrijkdom
MILIEU: matig voedselrijke tot voedselrijke grondsoorten met een zwak-zure tot basische zuurgraad (bij voorkeur enigszins kalkhoudend).
TOEPASSING: wegbermen, dijken en taluds.
BLOEMEN
Achillea millefolium – Duizendblad, wit
Anthriscus sylvestris – Fluitenkruid, wit
Campanula rapunculus – Rapunzelklokje, blauw
Cardamine pratensis – Pinksterbloem, lila
Carum carvi – Karwij, wit
Centaurea jacea – Knoopkruid, paars
Cerastium fontanum – Gewone hoornbloem, wit
Cichorium intybus – Wilde cichorei, blauw
Crepis biennis – Groot Streepzaad, geel
Daucus carota – Wilde Peen, wit
Galium mollugo – Gladwalstro, wit
Geranium pratense – Beemdooievaarsbek, lila
Glechoma hederacea – Hondsdraf, paars
Heracleum sphondylium – Gewone berenklauw, wit
Hieracium pilosella – Muizenoor, geel
Hypochaeris radicata – Gewoon biggenrkuid, geel
Knautia arvensis – Beemdkroon, lila
Lathyrus pratensis – Veldlathyrus, geel
Leucanthemum vulgare – Gewone Margriet, wit
Medicago falcata – Sikkelklaver, geel
Medicago lupulina – Hopklaver, geel
Origanum vulgare – Wilde marjolein, roze
Pastinaca sativa – Pastinaak, geel
Pimpinella major – Grote Bevernel, wit
Plantago lanceolata – Smalle Weegbree, wit
Prunella vulgaris – Gewone brunel, paars
Ranunculus acris – Scherpe Boterbloem, geel
Ranunculus repens – Kruipende boterbloem, geel
Salvia pratensis – Veldsalie, paars
Stellaria graminea – Grasmuur, wit
Taraxacum officinale – Gewone paardenbloem, geel
Tragopogon pratensis – Gele morgenster, geel
Trifolium dubium – Kleine klaver, geel
Trifolium pratense – Rode Klaver, rood
Trifolium repens – Witte klaver, wit
Viccia cracca – Vogelwikke, paars
GRASSEN
Agrostis capillaris – Gewoon struisgras
Alopecurus pratensis – Grote vossenstaart
Anthoxanthum odoratum – Reukgras
Arrhenatherum elatius – Glanshaver
Festuca pratensis – Beemdlangbloem
Festuca rubra – Rood zwenkgras
Luzula campestris – Gewone veldbies
Phleum pratense – Timoteegras
Poa pratensis – Veldbeemdgras
Trisetum flavescens – Goudhaver
ZAADDOSERING: 1,5 per m²
De volgende vlinders komen kan men aantreffen in Glanshaverhooilanden: argusvlinder, bont dikkopje, hooibeestje, koevinkje, zwartsprietdikkopje