Beschrijving
Graslandflora GV-48
Graslandflora GV-48 is een 100% inheems bloemenmengsel dat zeer geschikt is voor matig vochtige tot vochthoudende en voedselrijke gronden, zoals zavelgronden en kleigronden. De soorten in het mengsel zijn meerjarig, waardoor de vegetatie een permanente invulling vormt. De samenstelling is gebaseerd op abiotische factoren (Ellenberg-waarden) zoals vochtigheid, voedselrijkheid en zuurtegraad, evenals plantsociologische factoren. Als de ondergrond droog en zanderig is, is het beter om te kiezen voor het mengsel GD-62 (schraal en kalkarm), GD-63 (schraal/kalkrijk) of GD-67 (matig voedselrijk). Voor zeer natte omstandigheden kan het mengsel Graslandflora GN-27 voor vochtige tot natte gronden worden gebruikt. Voor lichtere klei-, zavel- en leemgronden kan het mengsel Graslandflora GV-47 worden gebruikt. Alle genoemde bloemenmengsels bestaan uit inheemse en meerjarige soorten en zijn daarmee zeer geschikt voor de openbare ruimte.
MILIEU: De samenstelling van deze mengsels is tot stand gekomen door middel van uitgebreide vegetatieopnames en esthetische overwegingen. De soorten in dit mengsel gedijen goed op voedselrijke zavel- en kleigronden. Kenmerkend zijn de verschillende bloeifases, met onder andere boterbloemen in het voorjaar, margrieten in de zomer en wilde cichorei en wilde peen in de nazomer. Door de lange bloeiperiode vormt de vegetatie een fantastische voedselbron voor bijen, vlinders en andere insecten.
MILIEU: Geschikt voor vochtige tot vochthoudende, voedselrijke grondsoorten.
TOEPASSING: Landschappelijk, meerjarig, inheems.
BLOEMEN
Achillea millefolium – Duizendblad, wit
Anthriscus sylvestris – Fluitenkruid, wit
Barbarea vulgaris – Barbarakruid, geel
Centaurea jacea – Knoopkruid, paars
Cichorium intybus – Wilde cichorei, blauw
Crepis biennis – Groot streepzaad, geel
Crepis capillaris – Klein streepzaad, geel
Daucus carota – Peen, wit
Galium mollugo ssp. mollugo – Glad walstro, wit
Lamium album – Witte dovenetel, wit
Lamium purpureum – Paarse dovenetel, paars
Lathyrus pratensis – Veldlathyrus, geel
Leucanthemum vulgare – Gewone margriet, wit/geel
Malva moschata – Muskuskaasjeskruid, roze
Malva sylvestris – Groot kaasjeskruid, roze
Medicago sativa – Luzerne, paars
Pastinaca sativa ssp. sativa – Gewone pastinaak, geel
Plantago lanceolata – Smalle weegbree, wit
Prunella vulgaris – Gewone brunel, paars
Ranunculus acris – Scherpe boterbloem, geel
Scorzoneroides autumnalis – Vertakte leeuwentand, geel
Symphytum officinale – Gewone smeerwortel, paars
Tanacetum vulgare – Boerenwormkruid, geel
Taraxacum officinalis – Paardenbloem, geel
Trifolium pratense – Rode klaver, rood
Veronica persica – Grote ereprijs, blauw
Vicia cracca – Vogelwikke, paars
GRASSEN
Alepocurus pratensis – Grote vossenstaart
Arrhenatherum elatius – Glanshaver
Lolium perenne – Engels raaigras
Phleum pratense – Gewoon timoteegras
Poa pratensis ssp. pratensis – Veldbeemdgras
Poa trivialis – Ruw beemdgras
ZAADDOSERING: Minimaal 1 gram tot maximaal 1,5 gram per m²
GEMIDDELDE HOOGTE: 60 – 80 cm
AALEG & BEHEER: Zaaien van augustus tot 15 september in combinatie met 2 tot 3 jaar maaien en afvoeren levert de meest bloemrijke resultaten op. Het is onvermijdelijk om te maaien terwijl een deel van de vegetatie in bloei staat. Een goed moment om te maaien is wanneer 50% van de margrieten is uitgebloeid, waardoor de vegetatie laag blijft en lang blijft bloeien. Vanuit een botanisch perspectief is dit geen probleem, omdat de soorten mooie maaihergroei hebben, opnieuw bloeien en/of meerjarig zijn. Om bodemverslemping te voorkomen, is het gebruik van licht maaimaterieel belangrijk. Laat bij voorkeur 25% van de vegetatie staan bij elke maaibeurt om een gevarieerd landschap te creëren met verschillende successiestadia.
Het Graslandflora GV-48 mengsel is speciaal samengesteld om een waardevolle voedselbron en habitat te bieden voor bijen, vlinders en andere insecten. Hier zijn enkele redenen waarom dit mengsel waardevol is voor deze insecten:
- Bloeiende planten: Het mengsel bevat een diversiteit aan bloeiende planten die gedurende het groeiseizoen op verschillende tijdstippen bloeien. Bloemen leveren nectar en stuifmeel, de belangrijkste voedselbronnen voor bijen en vlinders. Door de variatie in bloeiperiode kunnen de insecten gedurende een langere periode profiteren van voedsel.
- Nectarrijke planten: Het mengsel omvat plantensoorten die bekend staan om hun nectarproductie, zoals klavers (Trifolium-soorten), duizendblad (Achillea millefolium) en kamille (Matricaria chamomilla). Deze planten bieden een overvloedige bron van nectar, wat essentieel is voor energieopname van de insecten.
- Gastheerplanten voor vlinders: Het mengsel bevat ook planten die dienen als gastheerplanten voor de rupsen van vlinders. Bijvoorbeeld, klaversoorten (Trifolium) dienen als gastheer voor verschillende vlindersoorten, waaronder de kleine vuurvlinder (Lycaena phlaeas).
- Biodiversiteit: Door het gebruik van een mengsel van verschillende plantensoorten wordt de biodiversiteit bevorderd. Dit trekt een breed scala aan bijen, vlinders en andere insecten aan, waardoor er een divers ecosysteem ontstaat dat bevorderlijk is voor de gezondheid van de populaties.
- Beschutting en overwinteringsmogelijkheden: Het Graslandflora mengsel biedt niet alleen voedsel, maar ook beschutting en overwinteringsmogelijkheden voor insecten. Planten met dichte vegetatie, zoals grassen, kunnen dienen als schuilplaatsen en broedplaatsen voor verschillende insecten, waaronder solitaire bijen en vlinders.
Kortom, het Graslandflora GV-48 mengsel is waardevol voor bijen, vlinders en andere insecten vanwege de diversiteit aan bloeiende planten, nectarrijke bronnen, gastheerplanten, biodiversiteit en beschutting die het biedt. Het helpt bij het bevorderen van hun voedselvoorziening, voortplanting en algemeen welzijn in het landschap.