Beschrijving
In de schaduw van de grotere en meer prominente leden van de flora, schittert het hazenpootje (Trifolium arvense) met een discrete maar onmiskenbare schoonheid. Deze charmante wilde klaver, vaak onopgemerkt tussen zijn grotere neven, is een verhaal op zich waard.
Met zijn delicate, pluizige roze bloemen is het hazenpootje een beeld van elegantie en subtiliteit. Deze klaver onderscheidt zich niet alleen door zijn esthetiek, maar ook door de voorkeur voor zijn habitat. Het gedijt in droge, zandige of grindachtige bodems en is vaak te vinden in gebieden die door andere planten worden vermeden, zoals braakliggende terreinen en wegranden.
Maar wat echt intrigerend is aan het hazenpootje, is de bijzondere aantrekkingskracht die het heeft op bepaalde bijensoorten. De Donkere zijdebij, de Klaverdikpootbij, Colletes marginatus en Melitta leporina zijn allemaal frequente bezoekers. Hoewel het hazenpootje misschien minder voedzaam lijkt in vergelijking met andere klaversoorten, toont de aanwezigheid van deze gespecialiseerde bijen aan dat deze plant een essentiële rol speelt in het ecosysteem.
Elk bezoek van deze bijen is een bevestiging van de delicate balans van de natuur en de onderlinge afhankelijkheid van soorten. Het hazenpootje (Trifolium arvense), hoe bescheiden ook, biedt essentiële bestuivingsdiensten die bijdragen aan het behoud van de biodiversiteit.
Hazenpootje (Trifolium arvense) is in de volgende bloemenzaadmengsels te vinden: Graslandflora GD-62, Landschapsflora LZ-1.
Meer informatie is te vinden op de website www.floravannederland.nl en www.wildeplanten.nl.
Trifolium arvense, algemeen bekend als hazenpootje, is een soort uit het geslacht klaver (Trifolium) en behoort tot de vlinderbloemenfamilie (Fabaceae). Hier zijn enkele kenmerken en feiten over Trifolium arvense:
- Grootte: Het is een lage plant, meestal 10-40 cm hoog.
- Bloemen: De bloemen zijn klein en zitten in dichte, pluizige bloeiwijzen die roze of lichtpaars van kleur zijn. De bloei vindt plaats tussen juli en september.
- Habitat: Trifolium arvense geeft de voorkeur aan droge, zandige of grindachtige bodems. Je kunt het vaak vinden op braakliggende terreinen, langs wegen en op andere verstoorde locaties.