Beschrijving
Ruige leeuwentand is in Nederland vrij zeldzaam en komt voor op tamelijk open, matig vochtige en meestal kalkhoudende grond in graslanden. De soort staat op de rode lijst als kwetsbaar. De stengel is doorgaans rijk behaard. In Wallonië is deze soort minder zeldzaam. Het lijkt erop dat de soort voornamelijk Nederland binnenkomt via rivieren, waar ze vaker voorkomt dan meer landinwaarts.
De ruige leeuwentand maakt deel uit van het MediGran mengsel Graslandflora GD-63 voor kalkhoudende graslanden.
De composiet heeft, net als de gewone leeuwentand, gele bloemen. De plant wordt 15 tot 40 cm hoog, vormt een wortelrozet en heeft een witbehaarde, onvertakte stengel. De plant vormt oppervlakkige, kruipende wortelstokken. De wortelbladeren zijn langwerpig en veervormig bochtig gelobd tot gespleten, en ze zijn kaal of hebben gegaffelde haren. De bladsteel is gevleugeld.
De ruige leeuwentand bloeit van juni tot de herfst met gele bloemen. De randbloemen hebben meestal aan de onderzijde een blauwgrijze of roodachtige streep. De solitaire hoofdjes zijn 2 tot 4 cm breed en zijn voor de bloei gebogen. De behaarde omwindselblaadjes zijn 11 tot 15 mm lang.
De vrucht is een 2-4 mm lang, donkerbruin en recht nootje. De vrucht heeft een tweerijige pappus, bestaande uit haren, waarbij de haren van de buitenste rij fijn getand zijn en die van de binnenste rij geveerd zijn.
Sommige soorten leeuwentand worden traditioneel gebruikt in kruidengeneeskunde. Ze worden verondersteld enkele geneeskrachtige eigenschappen te hebben, zoals het ondersteunen van de spijsvertering.
Meer informatie over ruige leeuwentand is de vinden op www.wikipedia.nl of www.wildeplanten.nl