Beschrijving
Stinkende gouwe: Kenmerken en gebruik
Zaadrijping en oogstmethoden: Stinkende gouwe zaden rijpen in hauwen, meestal gelijktijdig, maar er zijn kleine verschillen tussen de hauwen en tussen verschillende planten. De verse plant geeft oranje melksap af, dat sterk kan kleuren op handen en kleding. De kleurstof is watervast en is moeilijk te verwijderen. Pas na een paar dagen of flink wassen met zeep verdwijnt de kleur. Bij het oogsten snijden mensen daarom de hele plant af bij de onderkant van de stengel. Na het drogen van de plant, gaan de rijpe zaaddozen makkelijk open. Echter, als men de plant te vroeg oogst, blijven de hauwtjes gesloten, waardoor het zaad niet te winnen is. De zaden zijn klein en zwart.
Beschrijving van de plant: De stinkende gouwe, ofwel Chelidonium majus, behoort tot de papaverfamilie (Papaveraceae) en is de enige in het geslacht Chelidonium. Deze algemeen voorkomende vaste plant heeft gele bloemen en bladeren die enigszins lijken op eikenblad. Hij bereikt een hoogte van ongeveer 70 cm. De plant, bekend als wrattenkruid groeit vooral langs heggen en op ruige plaatsen. Hij is te vinden van het Middellandse Zeegebied tot in Scandinavië en Midden- en Noord-Azië.
Uiterlijke kenmerken: De heldergele bloem meet 2-2,5 cm in diameter, met twee kelkbladeren, vier kroonbladeren, veel meeldraden en een stamper. Tussen april en herfst bloeien twee tot zes bloemen in een los scherm. Het blad, oneven geveerd of diep ingesneden en grof gekarteld, heeft meestal vijf of zeven deelblaadjes. De onderkant van het blad is blauwgroen van kleur. De vrucht, een doosvrucht van 2–5 cm lang, opent van onderaf met twee kleppen. Mieren verspreiden de zaden door de aantrekkelijke vettige witte zaadsluier (mierenbroodje).
Medicinaal gebruik en toxiciteit: In de middeleeuwse signatuurleer paste men stinkende gouwe toe bij galklachten, vanwege de gele kleur van het melksap en de vorm van de bladeren. Het vond ook toepassing bij oogziekten en tegen wratten. Alchemisten gebruikten het in hun zoektocht naar de steen der wijzen, en heksen zouden het in de middeleeuwen in hun zalven hebben gebruikt. De plant bevat giftige alkaloïden zoals berberine, coptisine, chelidonine, sanguinarine en chelerithrine. Deze alkaloïden geven het sap zijn geeloranje kleur en kunnen vergiftiging veroorzaken, die lijkt op morfinevergiftiging. In de fytotherapie gebruikt men stinkende gouwe in tinctuurvorm.
Klik hier voor een verspreidingskaart.
Stinkende gouwe zit onder andere in de schaduwmengsels, zoals Schaduwflora HV-47.