Beschrijving
Milieu
Grote ratelaar (Rhinanthus angustifolius), is een halfparasiet op gras en gedijt van nature op vochtige tot natte en voedselarme gronden. Net als de andere ratelaar soorten heeft de Grote ratelaar een koude periode nodig om te kunnen kiemen. Ratelaar kan daarom het beste voor de winter in de nazomer worden gezaaid. De soort is éénjarig en kan door een bestaande vegetatie worden gezaaid als de grond plaatselijk een beetje open wordt gemaakt. Grote ratelaar wordt ca. 30 cm hoog. In het wild kan men de soort veelvuldig aantreffen op vochtige klei-, veen-, en zandgronden. Met de grote gele bloemen is het een prachtig soort om te zien met een lange bloeiperiode.
Zaden
In iedere zaaddoos bevinden zich ca. 20 zaden, waardoor ieder plantje honderden zaden kan produceren. De zaden van de Grote ratelaar zijn beperkt houdbaar en het testen van de zaden op kwaliteit is een klusje waarbij een eenvoudige kiemtest geen soelaas biedt. De zaden kunnen het beste worden getest doormiddel van een tetrazoliumtest waarmee de enzymatische activiteit van het embryo en het endosperm kan worden aangetoond. Uit testen blijkt dat de zaden, ondanks gunstige groei- en oogstomstandigheden en relatieve lage levensvatbaarheid vertonen van ca. 30-40%. Veel lager dan bijvoorbeeld Rhinanthus minor, waar een levensvatbaar van 80% niet vreemd is.
Verspreiding
Wanneer met zich verdiepte in de verspreiding op grote schaal valt al snel op dat dit soort met name in Nederland meer voorkomt dan in andere landen. De verspreiding gebeurt hoofdzakelijk door agrarisch beheer. De koeien geven in het geval van de Grote ratelaar liever de voorkeur aan gras.
Sociologie.
Ander soorten die men in vegetaties met Grote ratelaar aantreft zijn bijv. kale jonker, moeras-vergeet-mij-nietje, adderwortel, rode klaver, moerasrolklaver en in nabij gelegen slootjes zwanenbloem.